De zorg

Op de laatste dag van dit jaar wil ik graag mijn bewondering uitspreken voor de zorg. We kennen de beelden allemaal: verplegend personeel dat rondloopt in gekleurde schorten, mondkapjes, handschoenen en spatbrillen.  We weten allemaal dat ze het zwaar hebben, er is veel uitval door zieke collega’s, door collega’s met verdachte symptomen of door collega’s die de uitslag van de test afwachten. Kortom: veel onderbezetting.
We weten het allemaal, maar wat we niet weten is hoe zij zich voelen. Ik wist dat ook niet, tot vorige week toen ik voor de eerste keer als woonondersteuner begon.

Het begint allemaal met dat pak. Dat alles verstikkende pak. Toen ik dat pak aankreeg op mijn eerste werkdag, overviel het me zo dat ik bijna moest huilen. Het is haast niet te beschrijven, maar op het moment dat je dat medische mondkapje opzet, dat écht twee keer zo dik is en nóg beter afsluit dan dat blauwe wegwerp ding, gaat je ademhaling moeilijker.
En dan komt dat gekleurde schort, nou, wikkeljurk is een betere naam. Dat ding ontwikkelt je hele lijf, tot halverwege je onderbenen. De mouwen zijn lang, en sluiten af bij de polsen. Die mouwen mag je niet even lekker opstropen, nee, je doet je handschoenen aan en trekt deze over de afsluitband van je mouw. Als laatste zet je de spatbril op en voel je je even diep ongelukkig. Alsof je in je dikke winterjas in een sauna staat.

Dan het werken. Je moet het zo zien: terwijl ik de tafel dek worden de bewoners door de zorg druppelsgewijs naar de woonkamer gebracht. Ik smeer een boterham voor ze, schenk een kopje thee in en maak een praatje met ze. Na een uurtje moet ik toch echt even naar buiten om adem te halen, mijn gezicht droog te vegen en een slok water te nemen.

De zorg daarentegen haalt de bewoners uit bed, zet ze onder de warme douche en kleedt ze aan. Als ze uiteindelijk de bewoner naar de woonkamer brengen, loopt het zweet met straaltjes over hun gezicht. Ze dragen de bewoner over aan mij en gaan meteen door om de volgende bewoner uit bed te halen.
Tussendoor moeten ze de bewoners voorzien van medicijnen, hebben bewoners een ongelukje waardoor ze opnieuw uit de kleren moeten, worden ze continu bestookt met vragen door bewoners (wanneer kan ik naar mijn moeder, ik wil roken, waarom is het hier zo koud), houden ze rapportages bij en staan ze familie te woord die willen weten hoe het met hun moeder gaat. En dit alles doen zij met een engelengeduld. Geen onvertogen woord. Geen snauw. Niks! Alleen maar aardig, lief en geduldig zijn ze.

Als ik thuis kom van mijn werkdag, lig ik met een halve migraine op de bank. Hoe doet de zorg dit, vraag ik me dan iedere keer weer af. Hoe houden zij dit vol!? Wat heb ik een bewondering voor deze mensen. Dag in, dag uit werken zij in deze benauwde, onderbezette situatie. Echt respect!

Ik hoop en ik wens dat ze in 2021 weer gewoon kunnen ademhalen, dat de bewoners het zien als ze naar hen glimlachen en dat ze lekker met korte mouwen de mensen onder de warme douche kunnen zetten!

Reacties zijn gesloten.